Nu doorpakken: focus op kostenvermindering door SZW moet verschuiven naar gezond, veilig en kostenefficiënt werken in de asbestbranche.
Het asbestbeleid is volop in beweging. En omdat de regering en het parlement aan zet zijn, heeft de asbestverwijderingsbranche (VERAS, VVTB, Fenelab, VOAM) een bijeenkomst georganiseerd met de Tweede Kamer om bij te praten over de wijzigingen in de aankomende asbestregelgeving en de praktische gevolgen voor de medewerkers in de asbestbranche. Dit leverde een mooie interactieve bijeenkomst op.
Het werken in de asbestbranche is een vak! Helaas moet dat nog steeds uitgelegd worden en zeker aan diegenen die de wetten en regels uiteindelijk bepalen. De asbestbranche ervaart de aanpassingen in de regelgeving nog altijd als ‘het moet allemaal goedkoper’. Dit gaat ten koste van gezond en veilig werken voor onze werknemers. De branche heeft dit met verve gedeeld met de Tweede Kamerleden. Hieronder zijn de punten genoemd die de asbestbranche terug wil zien in de wetsvoorstellen:
Alles voor veilig, gezond en kostenefficiënt werken
De asbestbranche heeft een duidelijke boodschap voor de Kamerleden: er kan kostenefficiënter gewerkt worden, maar dat mag niet ten koste gaan van gezond en veilig werken. Dit is niet alleen in het belang van de werknemers in de branche, maar ook van omwonenden. De hoofdpunten die daarbij horen zijn:
- De wetenschap wordt de basis voor het asbestbeleid, maar het moet wel praktisch blijven: luister naar de werkgevers en werknemers die elke dag het echte werk doen. De asbestbranche bepleit een onderzoek naar gedragseffecten als je extra controle en borging weghaalt.
- Asbest saneren is werk voor professionals. Houd vast aan het saneren van Risicoklasse 2 door gecertificeerde personen en bedrijven en sluit af met een onafhankelijke luchtmeting (als onderdeel van de eindbeoordeling). Hierop moeten de voornemens van SZW tot wijziging van het Arbobesluit worden aangepast.
- SMA-rt Nieuwe Stijl. Er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van SMA-rt NS met grote impact voor de dagelijkse werkpraktijk. Dit ICT uitvoeringssysteem dreigt het zoveelste drama voor de Rijksoverheid te worden. De asbestbranche bepleit om het werkveld serieus bij de ontwikkeling van dit ICT systeem te betrekken, want echte inspraak ontbreekt nu.
De gang van zaken is niet transparant en leidt tot het risico dat er straks een ICT systeem staat waarmee in de praktijk niet of nauwelijks gewerkt kan worden, dit kan leiden tot meer uitvoeringskosten en administratieve lasten en / of een systeem waarmee veilig werken niet geborgd is. - Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS): door versoepelingen in het nieuwe
asbestbeleid dreigt grip, toezicht en inzicht op waar het asbest is en blijft, te verwateren. Dat is een slechte zaak en dient een halt te worden toegeroepen. LAVS dient voor alle asbesttoepassingen aan de orde te zijn.
Kosten vallen in de praktijk mee
Het is jammer dat er een beeldvorming is dat asbestverwijdering te duur is. Dat is een onjuist beeld, in media en politiek worden vaak bedragen en getallen genoemd die onjuist zijn en een onderbouwing missen. De kosten voor asbestsaneringen bestaan grotendeels uit arbeidskosten en kosten voor het treffen van veiligheidsmaatregelen om onze werknemers en omwonenden te beschermen tegen het gevaarlijke asbest. Daar kan en mag niet lichtvaardig over worden gedacht gezien dat er nog altijd meer dan 1.000 asbestgerelateerde sterfgevallen per jaar zijn.
Met de voorgenomen wijzigingen in het Arbobesluit wordt grofweg € 13 miljoen bespaard, als gevolg van het fors verminderen van de luchtmeting tijdens de eindbeoordeling van asbestsaneringsprojecten. De asbestbranche kan zich hier niet in vinden: er wordt uitsluitend op veiligheid en borging bespaard ten koste van de werknemers en omwonenden. Gezien de grote
risico’s die aantoonbaar met asbest gepaard gaan, zouden we als branche anders verwachten: niet de veiligheid afbouwen maar juist meer prioriteit geven binnen het nieuwe asbestbeleid.