Op 15 oktober was er in Brussel een door EDA georganiseerde ThinkTank over Einde Afval en de Pre Demolition Audit. AD Schaap en Erik Hoven waren namens VERAS aanwezig. Opvallend was de interesse van de Europese bouwgrondstoffensector in deze sessie. Blijkbaar hebben zij steeds meer belangstelling voor met name de betonpuin die vrijkomt bij sloopprojecten. Ook blijken zij zeer betrokken bij het stellen van (strenge) eisen aan recyclinggranulaten.
Door de Europese Commissie worden criteria ontwikkeld voor het aanmerken van vrijkomende materialen als afval of grondstof. Dat is van belang omdat voor afval de Europese grenzen nog een belemmering vormen, terwijl voor producten de grenzen in principe open zijn. Ook voor de sloopaannemers is dat van belang omdat “einde-afval” de afzetbaarheid van vrijkomende materialen vergroot. De Europese Unie zet hoog in op recycling, maar de rapportageverplichting geldt eigenlijk alleen nog maar voor grote industrieën.
In opdracht van de EU worden modellen ontwikkeld voor de Pre Demolition Audit (PDA). Deze “inventarisatie” moet uitgevoerd worden door de opdrachtgever, voordat de sloper aan het werk gaat. In het model is er meer dan in Nederland aandacht voor gevaarlijke stoffen. Naast asbest gaat het ook om Chroom 6, andere zware metalen en organische verontreinigingen. Volgens sommige aanwezige slopers gaat deze Europese inventarisatie veel te ver en wordt de PDA vooral een instrument voor consultants. Daarnaast wordt in de PDA nog niet onderkend dat de sloopaannemer bepalend is voor kwaliteit en uiteindelijke kwaliteit en afzet van de vrijkomende materialen. Het is aannemelijk dat via Europese regelgeving de PDA ook naar Nederland komt. Via een normalisatiecommissie spreken Arend van de Beek (Lagemaat) en Erik Hoven (VERAS-secretariaat) mee over de verdere ontwikkeling van de PDA met aandacht voor de belangen van de sloopaannemers.