Afgelopen voorjaar was de inspraakronde voor het ontwerp Circulair Materialenplan (CMP). Het CMP is de opvolger van de Landelijk Afvalbeheerplannen (LAP). Het ministerie van IenW is opdrachtgever voor het CMP dat landelijk als toetsingskader fungeert voor vergunningverleners en handhavers van vergunningen voor bedrijven en inrichtingen. Ook is het CMP richtinggevend voor het beleid als het gaat om de stappen naar de Circulair Economie. Het CMP zal over circa twee jaar in werking treden en is dan leidend voor vergunningverlening.
VERAS heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een reactie in te dienen. De hoofdlijnen van onze reactie luidt: VERAS vindt dat een goede stap is gezet door het Landelijk Afvalbeheerplan om te vormen tot een Circulair Materialenplan. VERAS heeft dit nieuwe CMP getoetst op de mate waarin de doelen van de Circulaire Economie dichterbij zullen komen. Kort samengevat ziet de branche flink wat ruimte voor verbetering willen we de nationale doelen van de Circulair Economie gaan halen.
Hoofdlijnen
- Het afvalbegrip uit het LAP is nog altijd erg dominant aanwezig in het CMP;
- Het CMP blijft in de eerste plaats een handreiking voor toezichthouders en vergunningverleners. VERAS vindt dat te mager om het CMP een effectief instrument t.b.v. de doelen in de Circulaire Economie te laten zijn;
- Ruim baan moet worden gegeven aan hernieuwbare grondstoffen en producten. Juridificering en administratieve lastendruk als gevolg van het afvalbegrip dient te worden teruggedrongen in het CMP;
- Circulair slopen dient verplicht te worden gesteld. Zowel in het algemene kader van het CMP als in de afval- en ketenplannen. Circulair slopen is de randvoorwaarde om tot hoogwaardig hergebruik en recycling te komen wat in de Circulaire Economie een must is;
- Het CMP dient verduidelijking te geven bij de CE-markering t.a.v. het hergebruik van bouwproducten;
- Circulaire hubs en opslagplaatsen vanuit privaat initiatief dienen gelijkwaardig te worden beoordeeld en behandeld als publieke milieustraten en kringloopcentra;
- De Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) moet nog verder worden uitgebreid naar de demontage van producten en grondstoffen afkomstig van sloop- en renovatieprojecten;
- De rekensystematiek van de Nationale Milieudatabase is in het nadeel van herbruikbare producten, dit moet worden aangepast. Het CMP kan hier richtinggevend zijn;
- Naar mening van VERAS zou er aandacht besteed moeten worden aan losmaakbaar bouwen als uitgangspunt voor de Circulaire Economie;
- Bij de export van met Cr-6 houdend verf bewerkte staalschroot, dient geen drempel te worden opgeworpen met de Oranjelijststof procedure;
- Minimumstandaarden mogen in veel afvalplannen echt ambitieuzer, als voorbeeld geldt het Ketenplan Beton;
- VERAS vindt het Ketenplan Beton positief daar waar de instrumenten het sloopcertificaat en de verificatieregeling circulair sloopproject worden genoemd. De genoemde instrumenten maken dat VERAS positief is over het Ketenplan Beton.