In een brief aan de Tweede Kamer heeft de staatssecretaris van SZW de contouren geschetst van de implementatie van de wijziging van de Europese Asbestrichtlijn. De brief gaat met name over de implementatie van een vergunningenstelsel voor asbestverwijderingsbedrijven.
Vergunningplicht
Volgens de Europese Asbestrichtlijn moet uiterlijk 21 december 2025 een vergunningplicht worden ingevoerd voor alle bedrijven die asbest verwijderen. De vergunning zal worden verleend door een nationale instantie. Dat is een belangrijk verschil met de huidige certificatieplicht, die alleen geldt voor Risicoklasse 2(A). Ook de huidige vrijstellingen zullen vervallen. Er wordt nagedacht over een ‘lichte vergunningplicht’ voor “sporadische onderhoudswerkzaamheden met een zeer geringe blootstelling”.
Een voorwaarde voor de vergunning is dat een bedrijf een ‘bewijs van naleving’ kan overleggen en kan aantonen dat werknemers zijn opgeleid door een erkende opleider. Voor het bewijs van naleving is SZW van plan om gebruik te maken van een 'verbeterd certificeringsstelsel'.
Klankbordgroep
De Kamerbrief bevat, zoals gezegd, de contouren van de toekomstige asbestregelgeving. Veel zaken moeten nog worden ingevuld. De Asbestrichtlijn leidt tot een ingrijpende wijziging van de Nederlandse asbestregelgeving. De regelgeving wordt voorbereid met betrokkenheid van een klankbordgroep. VERAS is daarin ook vertegenwoordigd.
In mei 2024 heeft VERAS samen met de collega asbestbrancheverenigingen de Position Paper Denkrichtingen voor de implementatie van de nieuwe Europese asbestregelgeving in de Nederlandse praktijk gepubliceerd. De contouren die de staatssecretaris schetst in de Kamerbrief sluiten aan bij de hoofdpunten in deze paper. De inbreng van VERAS in de klankbordgroep vindt plaats op basis van de paper en waar nodig wordt de Commissie Asbestverwijdering geconsulteerd.
Wij houden u op de hoogte van de ontwikkelingen.